- Mittel
- Mittel〈o.; Mittels, Mittel〉1 middel ⇒ mogelijkheid2 middel ⇒ geneesmiddel, middeltje3 gemiddelde ⇒ 〈wiskunde〉 middelevenredige4 〈meervoud〉(geld)middelen♦voorbeelden:1 sprachliche Mittel • middelen op het gebied van de taalmit allen Mitteln • op alle mogelijke manierenein Mittel zum Zweck • een middel om het doel te bereiken3 das arithmetische Mittel • de rekenkundig middelevenredigeim Mittel • gemiddeld, in doorsnede4 flüssige Mittel • liquide middelenöffentliche Mittel • overheidsgeldenknapp an Mitteln sein • krap bij kas zijnüber seine Mittel leben • boven zijn stand levenvon allen Mitteln entblößt • platzak, berooid¶ 〈verouderd; formeel〉 sich ins Mittel legen • als bemiddelaar optreden, bemiddelen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch. 2015.